|
Mail Server Overzicht
De Sambar Mail Server was ontwikkelt om efficiënt een Webmail interface
te ondersteunen, ontworpen door Sambar Technologies. Wat begon als een
simpele web-based interface naar remote POP3 en IMAP4 mail servers, is
door gegroeid in een licht-gewicht mail server om alle opties in zich
te verenigen van de web interfaces. De strakke intergratie tussen WebMail
en de mail server resulteert in een veel eenvoudiger te configuren en
te gebruiken mail server en web-based reader.
De Mail Server bestaat uit de volgende componenten:
SMTP Server |
Een basis SMTP server voor het ontvangen van mail en het doorsturen
voor lokale of remote post. |
POP3 Server |
Een POP3 server voor toegang tot lokale postvakken via algemene
lezers zoals Eudora, Microsoft Outlook of Netscape. |
Mail Fetcher |
Een op de achtergrond werkende optie voor het ophalen van mail
van de remote POP3 en IMAP4 mail servers.
|
WebMail |
Een web-based post lezer voor lokale postvakken. |
IMAP4 Server |
Is in de 6.0 versie standaard gemaakt. |
Leidraad Voor Een Snelle Start
Nadat je de Sambar Server Pro Licentie aangeschaft en geïnstalleerd
hebt, zullen de volgende stappen je leiden door de Mail Server configuratie:
Initialiseren (aanzetten)
- Via het System Administration -> Server Configuration
formulier zet je de Act as Mail Server parameter op Yes
(ON) en update daarna
de server configuratie.
- Als je van plan bent om niet-lokale post via je ISP's SMTP Server
te versturen, configureer dan de SMTP Server via het System
Administration -> Proxy Configuration formulier.
- Herstart de Sambar Server.
Twee System Administration panelen moeten nu verschijnen: Mail
Configuration en Mail Aliases & Forwarding. Bovendien heeft u nu het User Management formulier een veld voor het maken van
user mailboxes. (gebruikers postvakken).
Gebruik de System Administration -> User Management formulieren,
voor het aanmaken van user mailboxen (gebruikers postvakken). Gebruikersnamen
mogen niet het punt (.) karakter bezitten, alhoewel, aliassen kunnen
worden gebruikt om deze functie toch te ondersteunen. Het gebruikers
postvak wordt automatisch aangemaakt als er een vinkje wordt gezet bij
de optie Mailbox in de User Configuration formulieren. Bovendien zijn
er ook gebruikers postvak (mailbox) maak/wis (create/delete) formulieren
aanwezig op de Mail Configuration pagina's. (Mededeling: De enige actie geassocieerd
met het maken van een gebruikers postvak is het aanmaken
van een directory voor de gebruiker in de mail/mbox directory
(bijv. mail/mbox/billy-bob) en maak dan een file genaamd inbox.fld
van 0 bytes groot aan. Als deze file niet bestaat, dan heeft de gebruiker
geen lokaal postvak. Als je de configuratie pagina's gebruikt, dan hoef
je deze files/directories niet zelf aan te maken.
User Mailboxes (gebruikers Postvakken)
- Selecteer een bestaande gebruiker (user), "vink" het
Mailbox veld aan via de onderkant van het gebruikers
formulier en update de gebruiker.
- Maak een nieuwe gebruiker aan en "vink" het Mailbox veld
aan via de onderkant van het formulier.
Nadat je je mail cliënt geconfigureerd hebt om de Sambar Mail Server
als de SMTP en POP3 server te gebruiken, moet je nu in staat zijn om
post te verzenden naar lokale postvakken die je gemaakt hebt met het
standaard foobar.com domain (bijv. billy-bob@foobar.com).
Als laatste pas je de Mail Server aan door gebruik te maken van de
System Adminstration -> Mail Configuration formulieren. Opties
welke je aan kunt passen zijn: Mail Server en Local Domains.
Je kunt nu ook een Mail Fetcher (Post Ophaler) opzetten om post te halen
van één of meerdere POP3 postvakken.
mail.ini Configuratie File
Als Act As Mail Server op true (waar) of (ON)
(AAN) staat in
de config.ini wordt de Mail Server geïnitialiseerd bij het
opstarten van de server. De parameters van de mail.ini configuratie file
(hieronder) leidt je door de werking van de Mail Server.
[mail]
Mail Server |
Het domain van de mail server. (bijv. sambar.com). Deze symbolische
naam wordt gebruikt voor het identificeren van lokale post. De server's
volledig gekwalificeerde domain naam is afgeleid van déze
domain naam door het toevoegen van de naam van je computer; Als
dit niet ingevuld wordt, dan wordt de systeem naam gebruikt welke
niet acceptabel is voor het doorsturen van mail.
|
Mail Server FQDN |
De volledig gekwalificeerde domain naam geassocieerd met de server.
Deze naam wordt gebruikt door de MTA bij het versturen van remote
post. Als dit niet ingevuld is, wordt de volledig gekwalificeerde
domain naam afgeleid door herplaatsen van de machine naam op de
Mail Server domain naam.
|
Mail Directory |
De directory waarin postvakken van gebruikers worden gemaakt (standaard
mail/mbox). |
Maximum Users |
Het maximaal aantal gelijktijdige post gebruikers. |
Maximum MTA Routers |
Het maximaal aantal gelijktijdige post router handelingen te
gebruiken voor het bezorgen van post berichten. Standaard wordt
er een enkele handeling gebruikt; voor druk gebruikte mail servers
kunnen diverse MTA routers geconfigureerd worden. Belangrijk!
Deze optie is nog steeds in ontwikkeling.
|
Maximum Mailbox Size |
De maximale grootte van elk individueel postvak. Deze parameter
geldt voor alle postvakken. |
Run SMTPD |
Een boolean, true (waar) of false (niet waar),
geeft aan of wel of niet de lokale SMTP Server
moet draaien. |
Enable WebMail |
Een boolean, true (waar) of false (niet waar),
geeft aan of wel of niet de WebMail op browser-gebaseerde
mail interface aan staat. |
Trace SMTP |
Een boolean, true (waar) of false (niet waar),
geeft aan of wel of niet SMTP activiteiten getraceerd moeten worden.
|
Trace POP3 |
Een boolean, true (waar) of false (niet waar),
geeft aan of wel of niet POP3 activiteiten getraceerd moeten worden. |
Trace Router |
Een boolean, true (waar) of false (niet waar),
geeft aan of wel of niet MTA activiteiten getraceerd moeten worden. |
Trace Fetcher |
Een boolean, true (waar) of false (niet
waar), geeft aan of wel of niet Mail Fetcher activiteiten getraceerd
moeten worden. |
Backup Mailboxes |
Een boolean, true (waar) of false (niet waar),
geeft aan of wel of niet de postvakken van de gebruikers dagelijks
moeten worden gebackup. Indien deze aanstaat, worden postvakken dagelijks
gebackupd met een interval van één week, activeert een
roulerende één-weeks backup van gebruikers post. |
[smtpd]
Relay Delivery |
Een identificeerder: ondemand (Deliver mail immediately
[verzend post onmiddelijk]) , never (nooit), hourly
(per uur) of dagelijks, dat aangeeft hoevaak remote mail aangeleverd
bij de lokale SMTP Server doorgestuurd moet worden naar je ISP's
SMTP Server of via MTA internet levering. Als het op never
gezet wordt, dan wordt alleen lokale post (post bestemd voor een
lokaal postvak) geaccepteerd door de SMTP Server voor levering.
Voor 24 uur per dag draaiende mail servers, deze optie dient op
ondemand te staan (te zien in je mail.ini file).
|
Relay FROM User |
Het mail adres van de gebruiker (bijv. tod@sambar.com) wat gebruikt
moet worden wanneer post doorgestuurd wordt naar de remote server.
Standaard gebruikt de SMTP router de postvak verzender als de FROM
(VAN) adres naar de doorstuur SMTP server. Alhoewel, als de doorstuur
SMTP server het niet toestaat voor het doorsturen van anonieme of
onbekende gebruikers, zal de post geweigerd worden. Deze parameter
geeft de zekerheid dat alle remote post wordt aangeleverd met een
geldig adres. (Mededeling: Dit heeft geen effect op het "FROM:"
"VAN:" adres wat de post ontvanger ziet).
|
Relay AUTH Username |
De te gebruiken SMTP AUTH gebruikersnaam wanneer post wordt doorgestuurd.
De SMTP AUTH optie wordt alleen gebruikt wanneer post geleverd wordt
via een remote SMTP daemon.
|
Relay AUTH Password |
Het te gebruiken SMTP AUTH paswoord wanneer post wordt doorgestuurd.
|
Local Domains |
Een door een spatie gescheiden lijst van mail servers dat behandeld
moet worden als "lokaal" naar de SMTP Server. Wanneer
post wordt ontvangen door de SMTP Server, worden de Mail
Server, Local Domains en Relay Domains vergeleken met de
post ontvangers om te bepalen of de ontvanger "lokaal"
of "remote" is. Het wild-card sterretje (*) kan gebruikt
worden voor patroon overeenkomst bijv. *sambar.com.
|
Relay Domains |
Een door een spatie gescheiden lijst van mail servers die behandeld
moeten worden als peer SMTP Servers. Post bestemd voor
servers in de "relay domains" lijst worden door de server
geaccepteerd en doorgestuurd. Deze verwijzing geeft toestemming
voor het maken van meervoudige mail servers die zich gedragen in
een peer relatie met elkaar voor het ontvangen en doorsturen van
post. Het wild-card sterretje (*) kan gebruikt worden voor patroon
overeenkomst bijv. *sambar.com.
Belangrijk! Als een Local Domain ook toegevoegd wordt aan
de Relay Domain parameter, zal alle post dat bestemd is voor een "onbekend"
postvak doorgestuurd worden naar de "primary" SMTP server
(aangenomen wordt dat dit een remote server betreft). |
Maximum Message Size |
Deze parameter beperkt de maximale grootte van elk bericht geaccepteerd
door de SMTP server. Voor WebMail gebruik, De Sambar WWW Server
parameter Maximum Content-Length geeft de maximum
grootte van WebMail bijlage aan dat geupload kan worden naar de
server. Voor het toestaan van grote bijlagen via WebMail, moeten
zowel de waarden van de Maximum Message Size als
Maximum Content-Length verhoogd worden.
|
Spool Directory |
De directory in welke de SMTP server alle inkomende post zet
alvorens af te leveren bij óf lokale postvakken óf
de remote ISP mail server. Een interne "Mail Router" loopt
periodiek om de post af te leveren vanuit de spool directory. Mocht
er een server crash plaats vinden, dan worden de files in de spool
directory afgeleverd bij het opstarten.
|
Failures Directory |
De directory waar de post geplaatst wordt dat niet afgeleverd kan
worden. |
Require AUTH |
Een boolean, true (waar) of false (niet waar),
geeft aan of wel of niet post van gebruikers anders dan die met
lokale accounts moet komen VAN een geïdentificeerde SMTP gebruiker
om door te kunnen sturen. Dit is een anti-spam optie dat voorrang
heeft op de Restrict Relay IPs om er zeker van
te zijn dat alleen "geldige" postvak gebruikers gebruik
kunnen maken van de SMTP server om uitgaande post te verzenden.
|
Always Allow localhost |
Een boolean, true (waar) of false (niet waar),
geeft aan of wel of niet voorrang verleend moet worden aan de "Require
AUTH" aanwijzing voor postverzending van "localhost".
Als deze waarde op true (waar) staat, zal alle
post van localhost wordt geleverd ongeacht de To (Naar) of From
(Van) adressen.
|
Restrict Relay |
Een boolean, true (waar) of false (niet waar),
geeft aan of wel of niet post van gebruikers anders dan die met
local accounts doorgestuurd moeten worden. Dit is een anti-spam
optie dat gebruikt dient te worden in samenwerking met Restrict
IPs om er zeker van te zijn dat alleen "geldige"
postvak gebruikers gebruik kunnen maken van de SMTP server om uitgaande
post te verzenden. Als deze waarde op true (waar) staat,
het FROM (VAN) adres moet een geldig local account zijn, of post
moet geadresseerd zijn voor alleen local gebruikers.
|
Restrict Relay IPs |
De host(s) welke toestemming hebben om post te zenden via de
SMTP server naar post adressen in de buitenwereld. Dit is een anti-spam
optie (Restrict Relay moet op true (waar)
staan), welke internet gebruikers beperkt om gebruik te maken van
de SMTP server om hun post door te sturen. Je kunt een door een
spatie gescheiden lijst met IP adressen gebruiken wélke
SMTP gebruikers als geldig worden geïdentificeerd. Laat je
dit veld leeg, dan kan elke SMTP gebruiker inloggen vanaf elke host.
Het wild-card sterretje (*) kan gebruikt worden voor patroon overeenkomst,
bijv. 140.175.165.*
|
Use MTA |
Een boolean, true (waar) of false (niet waar),
geeft aan of wel of niet post verzonden moet worden via de interne
mail transfer agent (MTA), of de gebruikers ISP SMTP server. Als
deze waarde op true (waar) staat, wordt de interne MTA
gebruikt (dit benodigd toegang tot internet MX records voor directe
post levering). Belangrijk! Wanneer MTA wordt gebruikt,
worden de DNS Primary en DNS Secondary
van de config/config.ini gebruikt voor MX record oplossing.
Deze settings moeten wijzen naar de DNS servers dat MX record opzoek
aanvragen accepteert en daarop reageert.
|
Return Delivery Warning |
Een boolean, true (waar) of false (niet waar),
geeft aan of wel of niet post dat op de eerste poging niet afgeleverd
kan worden een waarschuwingsbericht verzonden moet worden aan de
gebruiker. Als deze waarde op false staat, zal de gebruiker
geen bericht ontvangen over postleveringszaken totdat alle pogingen
om de post af te leveren zijn uitgeput en er een foutmelding wordt
gegenereerd.
|
Unknown Mailbox |
Het postvak waar alle "onbekende" post in gedeponeerd
wordt. Dit postvak wordt gebruikt als post verwijst naar de Mail
Server of een Local Domain waar geen corresponderend lokaal postvak
voor bestaat (vergelijkbaar met de "catch all" email adres
beschikbaar in sendmail). Als deze parameter niet ingevuld is, wordt
post geweigerd als een lokaal postvak niet bestaat.
|
Maximum Recipients |
De maximum ontvangers (inclusief alias uitbreiding) dat elk bericht
naar kan verwijzen. |
Maximum Received Hops |
De maximum mail server hops dat een bericht kan tegenwerken alvorens
in een loop te raken. Een niet goed geconfigureerde mail agent kan
post doorsturen in een loop totdat het maximum aantal hops bereikt
zijn en het bericht van de server verwijdert wordt.
|
Maximum Retry |
Het maximum nummer van 4 uur intervallen dat de server opnieuw
moet proberen om post af te leveren als het niet lukt. Standaard
is dit 12, of 2 dagen voor de MTA (de waarde voor
de MTA staat momenteel hard-coded op 4 uur). Belangrijk!
Wanneer er een mail relay server wordt gebruikt, is de interval
eigenlijk voor opnieuw proberen elke 10 minuten, de totale interval
wordt nog altijd gecalculeerd gebaseerd op een periode van 4 uur.
|
Help Stoppen Mail Misbruik!
Wanneer mogelijk, moet de Require AUTH parameter in de
[smtpd] sectie op true gezet worden. Dit is de veiligste
manier om je mail server te beveiligen tegen het gebruik als mail relay
(post doorstuur-systeem) door spammers.
User aliases
The mail.ini file mag gebruikers aliassen bezitten. Aliassen worden
gebruikt voor het identificeren van een lokaal postvak door diverse namen
of om post die naar een enkel account gezonden wordt door te verwijzen
naar meerdere postvakken. Het volgende voorbeeld illustreert hoe aliassen
worden gebruikt om post naar een LAN te verwijzen met twee lokale accounts:
tod en stacia:
[aliases]
Tod.Sambar = tod
Stacia.Sambar = stacia
all = tod stacia
webmaster = stacia
support@microsoft.com = null
De laatste alias hierboven demonstreert twee "speciale" opties.
De eerste is de mogelijkheid om een volledig mail adres te aliassen, en
de tweede is het null postvak. Het null
postvak bestaat eigenlijk niet; elke post dat verwijst naar dit postvak
wordt stilletjes genegeerd. Dus alle post dan verzonden wordt naar, aliased
naar, of doorgestuurd wordt naar null laat de server
gewoon vallen.
Wildcards
Mail aliassen mogen wild-card karakters: ster(*) en vraagteken (?) bezitten.
De ster (*) betekent een overeenkomst van één of meerdere
karakters en het vraagteken (?) betekent een overeenkomst van één
enkel karakter. dus de alias: *help* = tod zoekt in alle
post geadresseerd aan een postvak naar een overeenkomst met de string
"help" en indien gevonden wordt dit naar het tod account gestuurd.
Belangrijk Mail aliassen worden (her)lezen voor elk postbericht
levering zodat het mogelijk is voor een dynamische aanpassing van gebruikers
aliassen zonder het herstarten van de server (een caching mechanisme wordt
gebruikt voor efficiëntie).
De System Administration formulieren hebben een grafische interface
voor het configureren van aliassen.
Forwarding accounts
De mail.ini file mag mail forwarding accounts (post doorstuur-account)
bezitten. Post doorsturen is nuttig wanneer mensen een organisatie verlaten,
of tijdelijk via een andere site bereikbaar zijn, of voor het verzenden
van post naar een groep mensen. Het volgende voorbeeld illustreert hoe
het doorsturen van post wordt gebruikt bij Sambar Technologies:
[forward]
chuck = sambar@earthlink.net
mirrors = niclas@skyweb.se sirjames@jalyn.com stacia
De System Administration formulieren hebben een grafische interface
voor het configureren van mail doorstuur accounts.
Belangrijk Post doorstuur aliassen worden (her)lezen voor
elk postbericht levering zodat het mogelijk is voor een dynamische aanpassing
van gebruikers aliassen zonder het herstarten van de server (een caching
mechanisme wordt gebruikt voor efficiëntie).
Poort 25 Blocked (poort 25
geblokkeerd)
Veel ISPs inclusief Earthlink, MSN en Prodigy hebben recent alle uitgaande
poort 25 verkeer geblokkeerd in een poging om spam te voorkomen die verzonden
worden door mensen die toegang krijgen tot hun lijnen. Wanneer poort 25
geblokkeerd is, zal elke poging die gemaakt wordt om verbinding te maken
met elke e-mail server buiten de ISP's eigen netwerk mislukken zonder
opgaaf van redenen.
Geldt deze situatie voor jouw en je moet de Sambar Mail server configureren
om uitgaande post te routen via de ISP's SMTP server, dan moet je de Use
MTA in de [smtpd] sectie op false (niet
waar) zetten en configureer de SMTP Server in de
config.ini file naar jouw ISP's SMTP Server.
|