Vervuilde bodem na 20 jaar nog steeds niet gesaneerd
De Zuid-Hollandse gedeputeerde Erik van Heiningen,
verantwoordelijk voor milieu in de provincie, schetst waarom het
zo lang duurt voordat een bodemsaneringsproject wordt uitgevoerd
en de kosten daarom toenemen. " Aan de Industriekade zat
een vatenspoelerij die de bodem en het grondwater onder meer met
zware metalen en pesticiden verontreinigde. In 1983 en 1985 zijn
de eerste ori๋nterende onderzoeken verricht. Het traject voor
een onderzoek van begin tot eind kan al een jaar duren",
aldus Van Heiningen donderdag. Daarna zou aan de bodemsanering
kunnen worden begonnen. "Inmiddels zijn wij twintig jaar
verder en is de verontreiniging verspreid naar woonwijken in de
buurt."
Volgens Van Heiningen zijn er meerdere factoren waarom het
reinigen van de grond niet meteen wordt uitgevoerd. "De
tijdgeest heeft de meeste invloed op de voortgang van een
project. In de jaren 70 kwam op grote schaal milieuschade naar
boven. Het idee was toen om die rommel direct weg te halen.
" Hij legt uit dat dit in de praktijk niet uitvoerbaar
bleek. Het steeds veranderende beleid leidt zo tot vertraging
van projecten.
In Sassenheim is eerst gekozen voor de volledige
saneringsvariant. De bodem zou volledig worden uitgegraven en
het grondwater gereinigd. Hieraan vooraf gingen technische
discussies. "Voordat duidelijk was hoe het moest gebeuren
en wie het ging uitvoeren waren weer enkele jaren voorbij."
Een andere vertragende factor zijn vaak de vervuilers zelf.
Veroorzakers en eigenaren kunnen over de aansprakelijkheid voor
de bodemverontreiniging ingewikkelde en jarenlange juridische
discussies voeren, welke soms leiden tot juridische procedures.
De discussie gaat dan vooral over de vraag wie de sanering van
de bodemverontreiniging moet betalen. "In de kwestie
Sassenheim was gekozen om tussen de betrokken partijen een
overeenkomst te sluiten over de aanpak van de verontreiniging
met afkoop van de aansprakelijkheid voor het veroorzaken van de
verontreiniging door de vatenspoelerij."
Ook gewijzigde bodemwetgeving zorgt voor vertraging. In 1994
leidde een verandering in de wet weer tot verandering in het
bodemsaneringsbeleid. " Dus stond in Sassenheim de eerst
gekozen saneringsvariant uit 1985 ter discussie." Opnieuw
moest een verder onderzoek worden uitgevoerd. In 1997 leidde dit
tot een heroverweging van het project. De conclusie luidde dat
sanering urgent was.
In 1999 is na overleg tussen de provincie, de gemeente en de
gebruikers van het terrein een oplossing bedacht voor de
sanering. De enige wijziging in de oude werkwijze was dat de
bodem niet volledig moest worden uitgegraven, maar tot 1 meter
diep. Intussen wees nader onderzoek uit dat de verontreiniging
was verspreid naar een naastgelegen woonwijk.
Van Heiningen vertelt dat in 2001 is gekozen om de grond van
de eigenaar te kopen. De provincie werd zo eigenaar van het
terrein en het bedrijf werd zo vrijgesteld van een schadeclaim.
"De totstandkoming van een zogeheten
vaststellingskoopovereenkomst kost veel tijd. Bovendien is
langdurig onderhandeld met op de locatie aanwezige bedrijven en
de gemeente over hoe moest worden gesaneerd en over de
herinrichting van de locatie. Na de sanering zullen de bedrijven
die nu delen van het terrein huren, deze in eigendom
overnemen." De kans is groot dat in mei de
samenwerkingsovereenkomst wordt getekend en daarna het saneren
begint.
De procedure die in 1983 was ingezet, is dan meer dan twintig
jaar verder. " Dit is dan het verhaal van ้้n locatie in
Zuid Holland, die overigens bijzonder ingewikkeld is. In de
provincie zijn 62.000 locaties mogelijk vervuild. Hiervan moet
bij 6000 locaties maatregelen worden getroffen. Een groot deel
zullen particulieren oppakken in het kader van het
ontwikkelingsprojecten, Een deel zal de overheid doen. Het
grootste deel daarvan is gelukkig veel eenvoudiger af te
handelen dan de Industriekade in Sassenheim."
Print deze pagina